Lasersnijden in metaal is een ingewikkeld proces.
De laserstraal heeft een lichtbundel met een zeer hoge intensiteit. In het geval van een typische CO2-laser ligt die golflengte in het infraroodgedeelte van het lichtspectrum, dus onzichtbaar voor het menselijk oog. Het straalpad kan in verschillende richtingen werken door middel van een aantal spiegels voordat het uiteindelijk op de plaat wordt gelaserd. Deze laserstraal gaat door een mondstuk net voordat deze de plaat raakt.
Het scherpstellen van de laserstraal kan door een speciale lens, of door een gebogen spiegel, en dit gebeurt in de lasersnijkop. De bundel moet precies worden gefocust, zodat de vorm en de dichtheid van de energie op die plek perfect rond en gecentreerd zijn in het mondstuk. Door de grote bundel tot op één punt scherp te stellen, is de warmtedichtheid op die plek extreem. Door de energie op een enkele plek te concentreren wordt dit extreem heet.
De hoge vermogensdichtheid resulteert in snelle verhitting, smelten en gedeeltelijke of volledige verdamping van het materiaal. Bij het snijden van zacht staal is de hitte van de laserstraal voldoende om een typisch verbrandingsproces te starten, en het lasersnijgas zal pure zuurstof zijn. Bij het snijden van roestvrij staal of aluminium smelt de laserstraal het materiaal eenvoudig weg en wordt stikstof onder hoge druk gebruikt om het gesmolten metaal uit de zaagsnede te blazen.
Bij een CNC-lasersnijder wordt de lasersnijkop in de vorm van het gewenste onderdeel over de metalen plaat bewogen, waardoor het onderdeel uit de plaat wordt gesneden. De snijkwaliteit kan worden beïnvloed door het brandpunt net boven het oppervlak van de plaat, aan het oppervlak of net onder het oppervlak te verhogen of te verlagen.
Je kan op onderstaande link een filmpje bekijken hoe het lasersnijden in metaal in zijn werk gaat bij Slabinck NV.